Tekst: Floor ten Brink
Beeld: Floor ten Brink/Onno Kuijken (Veldkeuken – Menno Muller)
Op 22 april ontdekken we een goed bewaard geheim van de Kop van Noord-Holland: de bollenvelden. We zien ze van kleine druifjes tot grote tulpen en van wit tot felrood en alle andere kleuren van de regenboog. Een prachtige tocht over dijken, langs boerderijen en bollenvelden en door dorpjes.
We verzamelen bij restaurant ‘de Zingende Wielen’ in Den Oever en worden direct verwend met Wieringer Jodenkoeken. Die zijn zo lekker, dat je alleen daarvoor al terug wilt komen.
Daarna zingen de wielen van bijna 120 Land Rovers over de landweggetjes van Wieringen. Kleine buurtschappen met kerkjes op terpen, de dijk waar we soms overheen kunnen kijken en de Waddenzee zien: het voormalig Waddeneiland doorkruisen we van oost naar west.
Onderweg komen we vijftig mooie oude tractoren tegen: we zijn niet de enigen die een toerrit maken.
Bij De Haukes verlaten we Wieringen en rijden we de polder in. En dan, op de Stoomweg net buiten Breezand, zien we de eerste bollenvelden. Hier komen we eigenlijk voor. Wat een kleuren; bijna onnatuurlijk fel, zeker als een heel veld dezelfde kleur heeft. De tulpen hebben de felste kleuren, maar ook de hyacinten zijn soms bijzonder opvallend paars. De velden met blauwe of witte bollen komen bijna kunstmatig over.
Na plaatsen als Callantsoog, Sint Maartensvlotbrug en Burgervlotbrug, steken we bij Schoorldam het Noord-Hollandskanaal over en gaan links de Westfriesedijk op. De dijk beschermde vroeger de polders van West-Friesland tegen de zee. De polders liggen ruim onder zeeniveau en dat is vanaf de dijk goed te zien. In de weilanden staan koeien te grazen. Dat is goed, want van hun melk maken de boeren lekkere kaas. De bollenvelden keren terug, maar nu liggen ze verspreid tussen de weilanden: groen en rood wisselen elkaar af.
Bij Eenigenburg is de burcht Nuwendoorn zichtbaar gemaakt: er zijn wat lage muurtjes opgetrokken en de grote toren is van staal nagemaakt. Het is nu een uitkijktoren. Vroeger werd de toren door de Hollandse soldaten van Floris V gebruikt om de Westfriese vijand in de gaten te houden. Nu kijken de toeristen uit over de dijken, de weilanden, de bollenvelden en de dorpjes. En over de Land Rovers die op de parkeerplaats staan.
De Westfriesedijk is lang en slingert tussen de weilanden door. We volgen de dijk door Kolhorn, langs museum de Turfschuur, gevestigd in (jawel) een oude turfschuur. Over de sluis en verder over de dijk. Pas bij Aartswoud verlaten we de Westfriesedijk en rijden door de polder naar Twisk. De vroege mensen konden de stoomtrein Hoorn-Medemblik langs zien komen.
De rit eindigt bij Medemblik, aan de voet van gemaal Lely, dat gebruikt is om de Wieringenmeer droog te maken.
Dank All Road Commissie voor de rit in deze mooie, kleurrijke, afwisselende omgeving.
In het eerstvolgende LRCH Magazine 3/4 volgt een uitgebreid verslag met nog meer fraaie beelden.
Van Jan Pieper ontvingen wij een groot aantal foto’s. Bekijk de collage daarvan.